donderdag 17 mei 2012

Schatzoeker


“Het onderzoeken van oude munten…” verklaar ik altijd vlot als ik mensen antwoord dat ik oudheidkunde heb gestudeerd met als specialisme numismatiek. (Overigens komt de vraag:  “Wat heb je gestudeerd?” vaak nadat ik vertel dat ik tegenwoordig werk als I&A consultant op een ICT afdeling. Ik besef mij heel goed dat ik zo mensen niet veel wijzer maak.)

Vreemd genoeg is het voor mij nooit een vraag geweest wat ik zou gaan studeren. Eigenlijk stond dit al vast vanaf de basisschool: geschiedenis. Uiteraard zou ik ook juf worden. Zoveel mogelijkheden heb je nog niet in je hoofd als je negen jaar bent. Op de middelbare school verschoof geschiedenis al snel naar oude geschiedenis. Nadat ik tijdens mijn studie aan de Vrije Universiteit een vak antieke epigrafie (‘het lezen van oude grafstenen’) en numismatiek volgde heb ik mij vol op het onderzoeken van oude munten gestort.

Geschiedenis is een onderwerp dat veel mensen kan boeien. Wie heeft niet op vakantie de historische trekpleisters of musea bezocht. Men zoekt graag naar parallellen met het verleden, of juist naar de verschillen die de vooruitgang benadrukken. “Zo, zij waren hun tijd al ver vooruit!” hoor je nog wel eens verbaasd bij het besef dat onze denkwijze misschien toch niet zoveel verschilt met die van mensen 2000 jaar geleden. Een van mij docenten zei graag: “Bedenk maar goed dat voor Alexander de Grote de piramides net zo oud waren, als dat Alexander nu voor ons is.” Dat zet zaken in perspectief en maakt ‘oud’ relatief.

Oude dingen maken de ontdekker in mensen los. Zoals je vroeger voorzichtig in het juwelen kistje van je oma mocht neuzen of in het sigarenkistje vol schroefjes, moertjes en dingetjes van opa. Uiteraard met in het achterhoofd de spannende gedachte dat je wel eens wat heel bijzonders zou kunnen vinden: een schat. Eigenlijk ben ik die periode van schat zoeken nooit ontgroeid. Natuurlijk, de schat zelf veranderde met de jaren van ‘dingen’ naar kennis maar de magie van oude  geschiedenis bleef.

Antieke munten intrigeren mij. Het  zal de combinatie van heel oud en heel tastbaar zijn. Heel oud is voornamelijk te vinden in musea; zulk soort stukken hebben mensen niet thuis liggen en er mag al helemaal niet met de vingers aangezeten worden op straffe van een schel piepende beveiligingssensor of een afkeurend sissende suppoost.

Heel tastbaar vertaalt zich in het feit dat iedereen zich wel een voorstelling kan maken hoe munten werden gemaakt en waarvoor ze werden gebruikt. Sterker nog: zo’n 3000 jaar later is er in het munt proces niet zoveel veranderd en ook niet in het gebruik ervan. Je kan je heel goed voorstellen dat iemand in een ver verleden met kleingeld heeft rondgelopen om een brood bij de bakker te betalen omdat jij het zelf ook nog zo doet.

Daarnaast hebben munten vaak de wow-factor. Ze zijn gemaakt van (edel) metaal en voorzien van mooie, bijzonder fijne plaatjes en schrift. Soms alleen te lezen of goed te bekijken met een loep: “Hoe kregen ze het toch voor elkaar… en dat het na al die jaren nog zo mooi bewaard is gebleven.”

Ik heb met bijzonder mooie munten mogen werken, zowel in het Geldmuseum als in Athene en hoewel ik mij niet meer fulltime bezig kan houden met antieken -banen voor numismaten liggen nu eenmaal niet voor het oprapen- is de interesse blijven bestaan. Natuurlijk hoop ik ooit geld te kunnen verdienen met mijn passie voor geld. Tot die tijd hou ik me in mijn vrije tijd bezig met munten en zal ik mijn gevonden 'schatten' hier met jullie delen.